Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 8 februari 2017 | Auteur: Anne de Vries
De nieuwe Arbowet: van een preventief spreekuur tot een second opinion
Minister Asscher heeft eind 2015 een wetswijziging van de Arbeidsomstandighedenwet ingediend bij de Tweede Kamer. Op basis van een advies van de Sociaal-Economische Raad (‘Betere zorg voor werkenden’) omvat het wetsvoorstel het versterken van de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts, ondernemingsraad en de preventiemedewerker. Het wetsvoorstel beoogt daarbij het beter onderkennen en melden van beroepsziekten. Vermoedelijk zal de wetswijziging per 1 juli 2017 van kracht gaan.
Allereerst zal er een verplichte minimumeis gelden voor de inhoud van een basiscontract met een arbodienstverlener of de bedrijfsarts. In dit contract dient de werkgever onder andere op te nemen op wat voor manier er invulling wordt gegeven aan de inhoud van bijstandverlening en op welke wijze bijstandverlening plaatsvindt. Er dient vast te worden gelegd hoe de bedrijfsarts of arbodienstverlener samenwerkt met de preventiemedewerker en hoe de professionele dienstverlening bezocht kan worden. Tevens dient de bedrijfsarts of arbodienst toegang te worden verleend tot iedere bedrijfsplek. Zowel de bedrijfsarts als de werkgever kan erop worden aangesproken als er geen toegang is tot de bedrijfsarts. Tevens dient er een adequate klachtenprocedure voor het afwikkelen van klachten te worden opgenomen.
In plaats van bijstand verlenen is nu opgenomen dat de bedrijfsarts adviseert bij de ziekteverzuimbegeleiding. Hiermee wordt duidelijker dat de werkgever verantwoordelijk is voor de verzuimbegeleiding. Werkgever en werknemer zijn samen zelf verantwoordelijk voor de implementatie van de adviezen van de bedrijfsarts.
Indien een werknemer het niet eens is met een oordeel van de bedrijfsarts, kan de werknemer het recht op een second opinion geldend maken bij een andere onafhankelijke bedrijfsarts. De bedrijfsarts dient het verzoek om een second opinion van een werknemer te honoreren tenzij er geen enkele grond bestaat voor een second opinion of als er herhaaldelijk onnodig gebruik van is gemaakt.
Iedere werknemer heeft directe toegang tot de bedrijfsarts via een ‘open spreekuur’, ook wel arbeidsomstandigheden spreekuur. Werknemers krijgen dus het recht een bedrijfsarts te kunnen raadplegen nog voordat ze echt ziek worden.
Naast de bedrijfsarts en de werknemer, ziet de wetswijziging op een bredere rol voor de preventiemedewerker. De preventiemedewerker heeft nu nog als taak het (mede) opstellen en uitvoeren van de risico-inventarisatie en –evaluatie, het adviseren en nauw samenwerken met de ondernemingsraad en de personeelsvertegenwoordiging en het uitvoeren van deze maatregelen. Met de aanstaande wetswijziging krijgt de preventiemedewerker ook de taak te adviseren en samen te werken met de bedrijfsarts of arbodienstverlener. Bij het aanstellen van een preventiemedewerker heeft de werkgever instemming van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging nodig bij deze keuze van deze persoon.
De wetswijziging betekent ook een verruiming van handhavingsmogelijkheden voor de Inspectie SZW. De Inspectie SZW wordt in de gelegenheid gesteld beter op te kunnen treden tegen werkgevers, arbodiensten en bedrijfsartsen. De werkgever zonder een basiscontract arbodienstverlening wordt een boete opgelegd. Indien de bedrijfsarts geen adequate klachtenregeling heeft, zal er een boete worden opgelegd. Indien de bedrijfsarts niet een second opinion mogelijk maakt, kan er een boete worden opgelegd. Ook bij het niet adviseren en samenwerken met de preventiemedewerker en het medezeggenschapsorgaan kan een boete op worden gelegd.
Momenteel wordt er nog een waarschuwing gegeven door de Inspectie bij het ontbreken van een basiscontract. Per 1 juli 2017 zal de Inspectie overgaan tot een directe boeteoplegging. Het is derhalve belangrijk om spoedig te voldoen aan de nieuwe eisen van de Arbeidsomstandighedenwet.
Lees meer over Arbeidsomstandigheden en Arbeidsongeschiktheid